In de quotisatiekohieren van Friesland wordt het te betalen bedrag steeds vooraf gegaan door het teken £. Wat is dit voor eenheid? Ik neem niet aan dat er in 1749 in Friesland met Engelse ponden betaald werd.
Zo betaalde Otto Pytters, schoolmeester te Metslawier, 4 volwassenen, 1 kind, £22:5:-. Wat betaalde deze man nu eigenlijk?
Groet
Jan de Klark
Uitleg punt 4
De quotisatie zou " negen tonnen gouds", dat wil zeggen 900.000 caroliguldens (symbool: £) per jaar moeten opbrengen, ingaande 1 jan. 1749 en te voldoen in vierjaarlijkse termijnen.
Zie verder punten 1 t/m 6 deel 1 quotisatiekohieren bladzijde 6 en 7.
Totale uitleg bladzijden 5 t/m 13.
Ik denk dat het tweede bedrag stuivers zijn, daar bij de aanslagen niet verder wordt gegaan dan 19.
20 zou dan betekenen 1 car. gulden.
Gr. Everardus
Hallo Jan,
het bedrag werd aangegeven in; caroliegulden-stuivers-centen (centen = penningen).
Een gulden (de carolie-gulden) was 20 stuivers waard, terwijl de stuiver een waarde had van 16 penningen.
Overigens waren er wel meer munteenheden zoals bijvoorbeeld; dubbeltje, oord, schelling en daalder.
groetjes Fred.
ps. hier nog een site voor waardebepaling naar het heden. http://www.iisg.nl/hpw/calculate2-nl.php
Heren,
Bedankt voor uw reactie. Het geld in Friesland was dus niet anders dan in de rest van Nederland. Gewoon guldens-stuivers-penningen. Dat hiervoor het symbool £ gebruikt werd was ik nog niet eerder tegen gekomen.
Groetjes
Jan