stamboomforum

Forum logoArchiefinstellingen, bronnen en inventarissen » Vragen 17e eeuw en 18e eeuw (2)



Profiel afbeelding

Beste leden,

Door de tijd van stamboomonderzoek blijven er vraagtekens. Soms is het gewoon verhelderend om te weten hoe mensen leefden. Ik hoop hier antwoord op te krijgen. Boven de algemene vraag, schuingedrukt eronder de achtergrond informatie.

  1. Als beide ouders een achternaam dragen in de 18e eeuw (voor Napoleon dus), was het dan min of meer een regel de naam van je vader te krijgen? Of waren er uitzonderingen? En als die uitzonderingen er waren en iemand was met zijn moeders achternaam gedoopt, was er dan een goede kans dat deze nog veranderd mocht worden?

In 1713 werd ‘Gerret Coster, zoon van Jan Snel en Grietje Coster’ gedoopt, blijkbaar heeft hij de achternaam van de moeder gekregen.

In 1740 wordt ‘Jan Bootsmans, zoon van Gerrit Coster Bootsmans en Trintje Bootsmans’. Deze achternaam komt van Trijntje vandaan, mij lijkt het vreemd als dit een fout was, maar ging hij later dan als Jan Bootsmans of Jan Coster door het leven?

 

2. Als vervolg op vraag 1 (als mijn vermoeden bij vraag 1 juist is), vraag ik me af of je bewust twee keer dezelfde voornaam kan geven met twee verschillende achternamen aan je zonen?

Zoals geschreven bij 1, werd in 1740 Jan Bootsmans gedoopt (vernoemd naar haar vader Jan Jannes Boosman?). In 1738 doopte Gerrit Coster ook al Jan Coster in een eerder huwelijk, vernoemd naar zijn eigen vader dus. In 1741 wordt weer Jan Coster gedoopt, wijst dit erop dat Jan Bootsmans gestorven is? Of dat de eerdere Jan Coster gestorven is en zijn vader opnieuw vernoemd moest worden? In 1751 blijkt, als Trijntje al gestorven is, dat ze 1 zoon had voor haar vaders erfenis. Moet ik aannemen dat dit Jan Coster dit was? Of toch 50% kans voor Jan Bootsmans?

 

3. Hoe kan je er het best achter komen of je voorvader Rooms-Katholiek is?

Ik wil graag weten of Jannys Alberts en zijn broer Abel Rooms-Katholiek waren. Een hoop heb ik al geprobeerd, maar elk gegeven geeft meer vragen dan antwoorden:

  1. De dopen van hemzelf en zijn broer zijn niet te vinden, omdat zowel Rooms-Katholieke doopboeken als de Nederduits Gereformeerde doopboeken verloren zijn gegaan.
  2. De dopen van hun kinderen geven meer onzekerheid. Jannys Alberts’ kinderen zijn in ongeveer de periode 1677-1683 geboren. In deze periode zijn de Neder. Du. Ger. doopboeken aanwezig van Oldeholtpade, Nijeholtpade, Ter Idzard en Oldeholtwolde. In 1675 lijkt hij te Ter Idzard te wonen, in 1676 trouwt hij in Oldeholtpade en dan verlaat hij in 1692 een boerderij in Oldeholtpade. Zijn broer woonde te Nijeholtpade tot zijn dood in 1675. Toch zijn de dopen van zijn kinderen er niet te vinden, dus of kinderen zijn RK gedoopt of hij woonde toch ergens anders deze periode.
  3. RK overlijdensregisters zijn vanaf 1692 aanwezig van Wolvega en Jannys overleed 1695 te Wolvega. Toch is hij hier niet in te vinden, misschien laatste jaren dan buitenkerkelijk?
  4. Lidmatenregisters, in 1692 verhuist Jannys naar Wolvega. Zijn vrouw doet in 1694 belijdenis, hijzelf nooit, zoals ik al bij c vroeg, buitenkerkelijk?
  5. Bodeloon van Matthijs Peters. Hij was blijkbaar dienstbode in 1674 voor dit katholieke gezin, waar ook kinderen rondliepen (van nog geen 10). Zouden ze ook een Ger. dienstbode in huis nemen? Die ook hun kinderen beinvloed?
  6. Curator, Jannys was curator over het kind van zijn broer Abel. De broer van de moeder van dit kind trouwde voor het gerecht en was dus RK. Goede kans dus dat de moeder van dit kind dat ook was. Volgens Gens Nostra 1993 was het ten strengste verboden een Geref. curator aan te stellen voor een kind met ‘Pausgezinde ouders’. Of werd dit vaak ook nog genegeerd?
  7. Zijn er nog andere ideeen hoe ik dit mogelijk kan achterhalen?

 

4. Als er steeds terugkerende banden zijn met een bepaalde familie, moet dit op familieverband wijzen? Of kan dit ook net zo goed om een goede vriendschap gaan? Ook als deze familie elders woont?

  • De familie waarvoor Jannys bodediensten verrichtte, had als familiehoofd Matthijs Peters met vrouw Claessien Reinders Franckena. Moeder van Claesien is Blijdichien Eises.
  • In ongeveer 1669 leende Abel geld van Reinske Eises.
  • Jannys huurt van 1692-1695 grond van o.a. Piertien Egberts, met als vader: Egbert Eises.

Blijdichien Eises, Reinske eises en Egberts Eises zijn allen broers en zussen.

5. Ik zou het waarderen als er ook nog gekeken wordt naar mijn vorige vragen: https://www.stamboomforum.nl/genealogie/2/55744/0

Met vriendelijke groet,

Jurjan Bootsma

J.Bootsma Jr. - 7 jun 2016 - 18:20

Het is min of meer de regel, maar er zijn best wat uitzonderingen.

Vooral in Groningen zie ik ook wel dat als de moeder geen broers heeft, een van haar zoons dan inclusief achternaam (en soms ook patroniem) vernoemd wordt naar haar vader.

Kasper Ludeman - 7 jun 2016 - 18:50

Ad vraag 3: misschien waren ze niet RK en evenmin NG, maar doopsgezind oid. In dat geval zul je doorgaans helemaal geen doop vinden en wordt het stamboomonderzoek een hachelijke aangelegenheid.

Is dit de Abel Alberts van wie sprake is?

Trouwregister Hervormde gemeente Oldeholtpade Nijeholtpade Oldeholtwolde Ter Idzard

  • Bron: DTB Trouwen
  • Soort registratie: DTB inschrijving trouwen
  • Datum: 20-12-1674
  • Soort akte: bevestiging huwelijk
    1. Bruidegom

      Abil Alberts

    2. Bruid

      Jantien Remmilts

       

niepoort - 7 jun 2016 - 19:32

Beste niepoort

3. Hier is over nagedacht, maar als curator heeft hij een eed afgelegd en dit mocht niet bij doopsgezinden.

J.Bootsma Jr. - 7 jun 2016 - 19:34

Gezien al die indicaties denk ik ook dat zij RK waren. De registratie van de RK dopen beginnen in 1692.

Misschien is dit nog interessant: http://www.stellingwerven.dds.nl/index17e/godsdienst/Godsd.htm#.V1cEFpGLRhE

en: "De parochie is in 1598 gesticht door Minderbroeders Franciscanen. Aanvankelijk kerkte men in een schuilkelder op de Stins van de adellijke familie Terwisscha in Ter Idzard, maar in 1745 bouwde men een kerkje in Oldeholtpade. Vanwege de Franciscaanse zielzorgers in de parochie is de kerk naar de H. Franciscus van Assisië genoemd."
http://reliwiki.nl/index.php/Wolvega,_Lycklamaweg_8_-_Franciscus_van_Assisi%C3%AB

Kasper Ludeman - 7 jun 2016 - 19:40

Ad 3 / " Hier is over nagedacht, ..........." 
M.b.t. het afleggen van de eed door Mennonieten, wil ik toch even verwijzen naar:
De Bibliotheek Voor de Nederlandse Letteren / De Gids, Jaargang 46 (1882).
Hier staat een uiteenzetting over de verklaring "by waere woorden in plaetse van eede".
Deze verklaring had dezelfde rechtskracht als de eed.
Dit vond al heel vroeg toepassing in Amsterdam en andere Hollandse steden.

Het zou dus wel mogelijk zijn, dat het Mennonieten waren.
Daar waren er vrij veel van in Friesland.
De R.K. kerkboeken (als ze bewaard zijn) werden meestal nauwgezet bijgehouden.
Het probleem is soms om het dorp te vinden, waar de parochiekerk stond.
De R.K. kerken waren namelijk niet zo dik gezaaid in Friesland.   

http://www.dbnl.org/tekst/_gid001188201_01/_gid001188201_01_0076.php

Mvrgr,

Henk Elsinga - 8 jun 2016 - 02:35

Ad 1 / regels en uitzonderingen voor 1811

De regels welke golden na 1811, golden voor die tijd nog niet.
Daarom kunnen we beter spreken van gewoonterecht, naar de gebruiken van die streek.
Datgene wat gebruikelijk was, stond nog niet expliciet beschreven in een wet.

In doopboeken stonden meestal alleen de voornamen van de dopelingen.
Soms stond er een achternaam bij van de grootvader of grootmoeder van moederskant.
Dat was een eerbetoon voor diegene die vernoemd werd.
Het was ook goed voor de erfenis en men noemde het dan ook "een erfgenaam".
Ook andere familieleden werden soms "volledig" vernoemd.

De dominee of pastoor had tevoren een spiekbriefje gemaakt met de naam van het kind.
Hij doopte dus niet uit het blote hoofd, en ook niet met het doopboek op de kansel.
Soms vinden we een doop tussen de andere dopen met een afwijkende datum (het briefje was teruggevonden).
Soms brachten de ouders een doopattest mee van elders, wat alsnog in het plaatselijke boek werd geschreven.

Het gebruik van een afwijkende achternaam ben ik tegengekomen in Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Duitsland.
Indien deze naam gevoegd bij de achternaam van de vader goed in het gehoor lag, onstonden soms dubbele achternamen.
De afwijkende achternaam raakte ook vaak in vergetelheid (hij bleek dan niet bestendig),
want het was in de praktijk meer bepalend hoe de gemeenschap iemand later noemde en niet hoe men zichzelf noemde.
Je stond bekend onder een bepaalde naam en dat was niet altijd de achternaam van de vader.
Ik vond ooit een gezin, waarvan de vier zonen allemaal een andere achternaam kregen.

Kon je in die tijd later je naam veranderen ?
Ja, zelfs zonder enige plichtpleging, want sommigen gebruikten wel drie verschillende achternamen.
Sommigen kregen na een verhuizing een andere achternaam (bijvoorbeeld een toponiem of beroepsnaam).
Anderen trouwden in bij een erfdochter van een eigenerfde boer en kregen haar achternaam bij het huwelijk.
Er waren ook mensen die in oorlogstijd hun naam veranderden, om niet herkend te worden. 
Een voorvader van mij heette Johan Henrich Schulte en hij deserteerde uit het leger van Napoleon.
Hij tekende daarna zijn trouwakte als Hendrik Scholten en dat was gewoon rechtsgeldig.

Zo zijn er nog talloze uitzonderingen, maar die kan ik onmogelijk in kort bestek allemaal noemen.

Mvrgr,
  
 

Henk Elsinga - 8 jun 2016 - 13:45

Ook na 1811 werd er nog losjes omgegaan met achternamen. Mijn Friese voorvader Jappe nam in 1811 de achternaam Broodwinner aan. Zijn kleinzoon Jappe  (Alberts) Broodwinner, geboren 1803,  liet zijn oudste kinderen dan ook onder die naam dopen, maar enkele jaren later wijzigt het gezin de achternaam Broodwinner in Alberts en worden de resterende kinderen onder de achternaam Alberts ingeschreven. Ook de ooit nog als Broodwinner ingeschreven oudste zoon gebruikt echter bij zijn huwelijk niet meer de achternaam Broodwinner, maar Alberts. Het grappige is dat een  achterneef van Jappe jr. en zijn nageslacht tot op de dag van vandaag wel de naam Broodwinner/Broodwinder hebben aangehouden.

niepoort - 8 jun 2016 - 14:12


Het bericht van Kasper Ludeman over de vernoeming van de moederlijke grootvader klopt precies.

Ik kan er nog wel aan toevoegen dat die vernoeming niet altijd beklijfde. Je had een gerede kans dat de zoon van Jan Jacobs Mulder en Grietje Pieters Visser, die gedoopt werd als Pieter Visser, later toch weer door het leven ging als Pieter Jans Mulder. Maar goed: het kon ook Pieter Visser blijven. Of zelfs Pieter Klaassen Visser, als opa-van-moederszijde voluit zo heette.

Ik praat nu dus over de periode voor 1811. En het hoefde niet eens een opa te zijn: een suikeroom of andere goede relatie werd incidenteel ook zo vernoemd.

Petra - 10 jun 2016 - 17:21







Plaats een reactie

Om reacties (en nieuwe onderwerpen) te plaatsen op het Stamboom Forum dient u eerst in te loggen! Nog geen lid? Registratie is gratis en snel!


Inloggen Registreer nu