Uit de overige inschrijvingen in het boek blijkt, dat het inderdaad om de samenstelling van de stoet gaat.
Vaak staat er "met volk er agter" (lopend dus)
Behalve de wagen voor de kist waren er blijkbaar dus twee volgkoetsen voor familie en andere nabestaanden.
Zo iets zie je vrijwel nooit in zo'n boek. Hoe rijk hij was kun je er natuurlijk niet uit afleiden, maar een arme jongen zal hij dus niet geweest zijn.
Nog een opmerking: het woordje over is ons woord tegenover.
Hij woonde dus tegenover de Pelserbrug, in de Voorstraat of in de Grotekerksbuurt (ligt eraan van welke kant je kijkt).